Nederlands
Uitgebreide vertaling voor walsen (Nederlands) in het Zweeds
walsen:
-
de walsen (stoomwalsen)
-
walsen (de wals dansen)
Conjugations for walsen:
o.t.t.
- wals
- walst
- walst
- walsen
- walsen
- walsen
o.v.t.
- walste
- walste
- walste
- walsten
- walsten
- walsten
v.t.t.
- heb gewalst
- hebt gewalst
- heeft gewalst
- hebben gewalst
- hebben gewalst
- hebben gewalst
v.v.t.
- had gewalst
- had gewalst
- had gewalst
- hadden gewalst
- hadden gewalst
- hadden gewalst
o.t.t.t.
- zal walsen
- zult walsen
- zal walsen
- zullen walsen
- zullen walsen
- zullen walsen
o.v.t.t.
- zou walsen
- zou walsen
- zou walsen
- zouden walsen
- zouden walsen
- zouden walsen
diversen
- wals!
- walst!
- gewalst
- walsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor walsen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ångvältar | stoomwalsen; walsen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dansa waltz | de wals dansen; walsen |
Verwante woorden van "walsen":
wals:
Vertaal Matrix voor wals:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ångvält | stoomwals; wals |