Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
-
op weg gaan:
-
Wiktionary:
op weg gaan → ge sig iväg
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor op weg gaan (Nederlands) in het Zweeds
op weg gaan: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- op: uppåt; slut; slutkörd; slutkört
- weg: schas; iväg med dig; väg; gata; bana; sträcka; färd; från; borta; försvunnen; försvunnet; bortkommen; bortkommet; fattast
- gaan: gå; röra; gå till; ge sig iväg; åka vidare; lämna; avresa; gå bort; bryta upp
Wiktionary: op weg gaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• op weg gaan | → ge sig iväg | ↔ partir — (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase : |