Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgelezen (Nederlands) in het Zweeds
uitgelezen:
-
uitgelezen (heel mooi)
-
uitgelezen (voortreffelijk; subliem; superbe; uitstekend; puik; briljant; excellent; uitmuntend; uitgezocht; uitnemend)
förstklassigt; exellent; perfekt-
förstklassigt bijvoeglijk naamwoord
-
exellent bijvoeglijk naamwoord
-
perfekt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitgelezen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perfekt | uitnemendheid; voortreffelijkheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exellent | briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk | |
förstklassigt | briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk | eerste klasse; eersteklas; eersterangs; top; tot de beste klasse behorend; uitstekend |
perfekt | briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk | foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk |
utsökt | heel mooi; uitgelezen | heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; riant; smakelijk; verrukkelijk; zalig |
Verwante woorden van "uitgelezen":
Wiktionary: uitgelezen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgelezen | → prima; utvald; utsökt | ↔ choice — especially good or preferred |
uitlezen:
-
uitlezen (aflezen)
Conjugations for uitlezen:
o.t.t.
- lees uit
- leest uit
- leest uit
- lezen uit
- lezen uit
- lezen uit
o.v.t.
- las uit
- las uit
- las uit
- lazen uit
- lazen uit
- lazen uit
v.t.t.
- heb uitgelezen
- hebt uitgelezen
- heeft uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
v.v.t.
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
o.t.t.t.
- zal uitlezen
- zult uitlezen
- zal uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
o.v.t.t.
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
en verder
- ben uitgelezen
- bent uitgelezen
- is uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
diversen
- lees uit!
- leest uit!
- uitgelezen
- uitlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitlezen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
läsa högt | aflezen; oplezen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
läsa högt | aflezen; uitlezen | hardoplezen; voorlezen |
Wiktionary: uitlezen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitlezen | → adoptera; tacka ja till; kora | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
• uitlezen | → välja | ↔ choisir — Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres. |
• uitlezen | → uppvisa; utpeka; kora | ↔ désigner — Traduction à trier |
• uitlezen | → kora | ↔ opter — Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer. |