Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: jassen

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: jassen

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

jassen:
- skala; skala potatis
- kavaj; jacka
jas:
- sjömansjacka; rock; överrock
Wiktionary:
- jassen → skinna, upptäcka
- jas → rock, jacka, kavaj, kappa

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jassen (Nederlands) in het Zweeds

jassen:

jassen werkwoord (jas, jast, jaste, jasten, gejast)

jassen (schillen; pellen)
skala
- skala werkwoord (skalar, skalade, skalat)
jassen (aardappels schillen)
skala potatis
- skala potatis werkwoord (skalar potatis, skalade potatis, skalat potatis)

Conjugations for jassen:

o.t.t.

jas
jast
jast
jassen
jassen
jassen

o.v.t.

jaste
jaste
jaste
jasten
jasten
jasten

v.t.t.

heb gejast
hebt gejast
heeft gejast
hebben gejast
hebben gejast
hebben gejast

v.v.t.

had gejast
had gejast
had gejast
hadden gejast
hadden gejast
hadden gejast

o.t.t.t.

zal jassen
zult jassen
zal jassen
zullen jassen
zullen jassen
zullen jassen

o.v.t.t.

zou jassen
zou jassen
zou jassen
zouden jassen
zouden jassen
zouden jassen

en verder

is gejast

diversen

jas!
jast!
gejast
jassend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

jassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de jassen
kavaj; jacka
- kavaj [-en] zelfstandig naamwoord
- jacka [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jassen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jacka	jassen	colbert; halflange herenjas; hes; jack; jak; jasje; kiel; loshangend kort overkleed; mantel; overjas
kavaj	jassen
skala		gamma; scala; spectrum
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skala	jassen; pellen; schillen	schaal aanpassen
skala potatis	aardappels schillen; jassen

Verwante woorden van "jassen":

jas

Wiktionary: jassen

Cross Translation:

From	To	Via
• jassen	→ skinna; upptäcka	↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens

jas:

jas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de jas (jekker; jasje)
sjömansjacka
- sjömansjacka zelfstandig naamwoord
de jas (overjas; mantel)

– kledingstuk dat je over je andere kleren draagt als je naar buiten gaat ¹
rock; överrock
- rock [-en] zelfstandig naamwoord
- överrock [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jas:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rock	jas; mantel; overjas	mantel; overjas
sjömansjacka	jas; jasje; jekker
överrock	jas; mantel; overjas	mantel; overjas

Verwante woorden van "jas":

jassen

Verwante definities voor "jas":

kledingstuk dat je over je andere kleren draagt als je naar buiten gaat¹
- koop maar een warme jas voor de winter¹

Wiktionary: jas

Cross Translation:

From	To	Via
• jas	→ rock	↔ coat — outer garment covering the upper torso and arms
• jas	→ jacka	↔ jacket — piece of clothing worn on the upper body outside a shirt or blouse
• jas	→ kavaj	↔ jacket — piece of a person's suit
• jas	→ rock	↔ Rock — langes Jackett
• jas	→ kappa	↔ manteau — Vêtement

¹Muiswerk Woordenboek