Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. garant:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. garant:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor garant (Nederlands) in het Zweeds

garant:

garant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de garant (waarborger; borger)
    garant
    • garant [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garant borger; garant; waarborger

Verwante woorden van "garant":

  • garanten

Wiktionary: garant


Cross Translation:
FromToVia
garant gisslan otagepersonne livrer ou prendre afin de garantir des accords entre ennemis.

Verwante vertalingen van garant



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor garant (Zweeds) in het Nederlands

garant:

garant [-en] zelfstandig naamwoord

  1. garant
    waarborger; de garant; borger
    • waarborger [znw.] zelfstandig naamwoord
    • garant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • borger [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borger garant
garant garant
waarborger garant