Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: tak

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: tak

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

tak:
- avdelning; sektion; trädgren; lövruska; gren
Wiktionary:
- tak → trädgren, gren, kvist, pinne, sektion, fack, yrke, bondgård, gård, säteri

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

tak:
- plafond; daken; huisbedekkingen; huif
Wiktionary:
- tak → dak
- tak → plafond, zoldering, dak, bedekking, overkapping, kap

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tak (Nederlands) in het Zweeds

tak:

tak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de tak (afdeling; departement; detachement; sectie)
avdelning; sektion
- avdelning [-en] zelfstandig naamwoord
- sektion [-en] zelfstandig naamwoord
de tak (boomtak; ent)
trädgren; lövruska
- trädgren zelfstandig naamwoord
- lövruska zelfstandig naamwoord
de tak (deelsoort)
gren
- gren zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avdelning	afdeling; departement; detachement; sectie; tak	afdeling; afschotten; afschutten; ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; brigade; departement; divisie; sectie; vakje; verdeling
gren	deelsoort; tak	loot; sectie; steun; steunpilaar; takje; toeverlaat; twijg; vakgroep; vertakking; zijtak
lövruska	boomtak; ent; tak
sektion	afdeling; departement; detachement; sectie; tak	bestuursregio; departement; doorsnee; sectie; segment
trädgren	boomtak; ent; tak

Verwante woorden van "tak":

takken, taken, taks, takje

Verwante definities voor "tak":

deel van boom of struik dat zich afsplitst van de stam¹
- dode takken vallen uit de boom¹
onderdeel dat zich afsplitst¹
- tennis is een tak van sport¹

Wiktionary: tak

Cross Translation:

From	To	Via
• tak	→ trädgren	↔ bough — tree branch
• tak	→ gren	↔ branch — woody part of a tree arising from the trunk and usually dividing
• tak	→ kvist; pinne; gren	↔ stick — twig or small branch
• tak	→ sektion; gren; kvist	↔ branche — Traductions à trier suivant le sens
• tak	→ fack; yrke; bondgård; gård; säteri	↔ domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
• tak	→ fack; yrke	↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial.

Verwante vertalingen van tak

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tak (Zweeds) in het Nederlands

tak:

tak [-ett] zelfstandig naamwoord

tak (innertak)
het plafond
- plafond [het ~] zelfstandig naamwoord
tak
de daken; huisbedekkingen
- daken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- huisbedekkingen [znw.] zelfstandig naamwoord
tak (täckande tak; himlavalv)
de huif
- huif [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
daken	tak
huif	himlavalv; tak; täckande tak
huisbedekkingen	tak
plafond	innertak; tak	valv

Synoniemen voor "tak":

vre gräns; hustak

Wiktionary: tak

tak

noun

het deel dat een gebouw aan de bovenkant bedekt en bescherming biedt tegen het weer
- dak → tak

Cross Translation:

From	To	Via
• tak	→ plafond; zoldering	↔ ceiling — upper limit of room
• tak	→ dak	↔ roof — the cover at the top of a building
• tak	→ dak	↔ roof — the upper part of a cavity
• tak	→ dak	↔ Dach — Abdeckung eines Hauses, eines Fahrzeugs oder eines Zeltes
• tak	→ bedekking	↔ couverture — Partie extérieure de la toiture
• tak	→ plafond; zoldering	↔ plafond — architecture
• tak	→ dak; overkapping; kap	↔ toit — Couverture d’un immeuble (1):

Verwante vertalingen van tak

¹Muiswerk Woordenboek