Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schaduw:
  2. schaduwen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schaduw (Nederlands) in het Zweeds

schaduw:

schaduw [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schaduw (lommer)
    skugga
    • skugga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaduw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skugga lommer; schaduw gedaante; schim; slagschaduw
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skugga beschaduwen; schaduwen

Verwante woorden van "schaduw":


Verwante definities voor "schaduw":

  1. donkere vorm op muur of grond1
    • zie je de schaduw van mijn hand?1
  2. plaats waar het licht wordt tegengehouden1
    • ik zat in de schaduw van een grote boom1

Wiktionary: schaduw


Cross Translation:
FromToVia
schaduw skugga shadow — dark image projected onto a surface
schaduw skugga ombreobscurité relatif que cause un corps opaque en intercepter la lumière.

schaduwen:

schaduwen werkwoord (schaduw, schaduwt, schaduwde, schaduwden, geschaduwd)

  1. schaduwen
    skugga; följa efter
    • skugga werkwoord (skuggar, skuggade, skuggat)
    • följa efter werkwoord (följer efter, följde efter, följt efter)

Conjugations for schaduwen:

o.t.t.
  1. schaduw
  2. schaduwt
  3. schaduwt
  4. schaduwen
  5. schaduwen
  6. schaduwen
o.v.t.
  1. schaduwde
  2. schaduwde
  3. schaduwde
  4. schaduwden
  5. schaduwden
  6. schaduwden
v.t.t.
  1. ben geschaduwd
  2. bent geschaduwd
  3. is geschaduwd
  4. zijn geschaduwd
  5. zijn geschaduwd
  6. zijn geschaduwd
v.v.t.
  1. was geschaduwd
  2. was geschaduwd
  3. was geschaduwd
  4. waren geschaduwd
  5. waren geschaduwd
  6. waren geschaduwd
o.t.t.t.
  1. zal schaduwen
  2. zult schaduwen
  3. zal schaduwen
  4. zullen schaduwen
  5. zullen schaduwen
  6. zullen schaduwen
o.v.t.t.
  1. zou schaduwen
  2. zou schaduwen
  3. zou schaduwen
  4. zouden schaduwen
  5. zouden schaduwen
  6. zouden schaduwen
diversen
  1. schaduw!
  2. schaduwt!
  3. geschaduwd
  4. schaduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schaduwen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schaduwen (kringen onder de ogen)

schaduwen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schaduwen (rondwarende schaduwen; schimmen)
    avfall; utskott
    • avfall [-ett] zelfstandig naamwoord
    • utskott [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het schaduwen (heimelijk volgen van iemand; schaduwing)
    skuggande

Vertaal Matrix voor schaduwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avfall rondwarende schaduwen; schaduwen; schimmen afval; afvalmateriaal; afvalstof; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; rotzooi; verkwisting; verspilling; voddengoed; vuilnis; vullis
ringar under ögonen kringen onder de ogen; schaduwen oogkringen
skugga gedaante; lommer; schaduw; schim; slagschaduw
skuggande heimelijk volgen van iemand; schaduwen; schaduwing
utskott rondwarende schaduwen; schaduwen; schimmen comité; verenigingsbestuur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följa efter schaduwen later komen; met pen overtekenen; nakomen; overtrekken
skugga schaduwen beschaduwen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skuggande schaduwgevend

Verwante woorden van "schaduwen":


Wiktionary: schaduwen


Cross Translation:
FromToVia
schaduwen spana; skugga sleuth — detective

Verwante vertalingen van schaduw