Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aan boord gaan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aan boord gaan (Nederlands) in het Zweeds

aan boord gaan:

aan boord gaan werkwoord (ga aan boord, gaat aan boord, ging aan boord, gingen aan boord, aan boord gegaan)

  1. aan boord gaan (aan boord klimmen)
    embarkera; gå ombord; kliva ombord
    • embarkera werkwoord (embarkerar, embarkerade, embarkerat)
    • gå ombord werkwoord (går ombord, gick ombord, gått ombord)
    • kliva ombord werkwoord (kliver ombord, klev ombord, klivit ombord)
  2. aan boord gaan (inschepen; scheep gaan)
    gå ombord
    • gå ombord werkwoord (går ombord, gick ombord, gått ombord)

Conjugations for aan boord gaan:

o.t.t.
  1. ga aan boord
  2. gaat aan boord
  3. gaat aan boord
  4. gaan aan boord
  5. gaan aan boord
  6. gaan aan boord
o.v.t.
  1. ging aan boord
  2. ging aan boord
  3. ging aan boord
  4. gingen aan boord
  5. gingen aan boord
  6. gingen aan boord
v.t.t.
  1. ben aan boord gegaan
  2. bent aan boord gegaan
  3. is aan boord gegaan
  4. zijn aan boord gegaan
  5. zijn aan boord gegaan
  6. zijn aan boord gegaan
v.v.t.
  1. was aan boord gegaan
  2. was aan boord gegaan
  3. was aan boord gegaan
  4. waren aan boord gegaan
  5. waren aan boord gegaan
  6. waren aan boord gegaan
o.t.t.t.
  1. zal aan boord gaan
  2. zult aan boord gaan
  3. zal aan boord gaan
  4. zullen aan boord gaan
  5. zullen aan boord gaan
  6. zullen aan boord gaan
o.v.t.t.
  1. zou aan boord gaan
  2. zou aan boord gaan
  3. zou aan boord gaan
  4. zouden aan boord gaan
  5. zouden aan boord gaan
  6. zouden aan boord gaan
diversen
  1. ga aan boord!
  2. gaat aan boord!
  3. aan boord gegaan
  4. aan boord gaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aan boord gaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå ombord beschot; instappen; lambrisering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embarkera aan boord gaan; aan boord klimmen
gå ombord aan boord gaan; aan boord klimmen; inschepen; scheep gaan enteren; van wal gaan; van wal steken; verschepen
kliva ombord aan boord gaan; aan boord klimmen

Wiktionary: aan boord gaan


Cross Translation:
FromToVia
aan boord gaan gå ombord board — to step or climb

Verwante vertalingen van aan boord gaan