Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vastentijd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vastentijd (Nederlands) in het Zweeds

vastentijd:

vastentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vastentijd
    fastan; fastlagen
  2. de vastentijd
    fastlagen säsong

Vertaal Matrix voor vastentijd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastan vastentijd ramadan
fastlagen vastentijd
fastlagen säsong vastentijd

Wiktionary: vastentijd


Cross Translation:
FromToVia
vastentijd påskfastan; fastan Lent — period of penitence for Christians before Easter

Computer vertaling door derden: