Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- bus:
- Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
bus:
-
Wiktionary:
bus → streek, grap -
Synoniemen voor "bus":
påhitt; spratt; pojkstreck; hyss; otyg
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bus (Nederlands) in het Zweeds
bus:
-
de bus (autobus; touringcar)
-
de bus (opbergblik; blik; blikje; trommel)
-
de bus
Vertaal Matrix voor bus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
burk | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | blik; conservenblik |
buss | autobus; bus; touringcar | autobus; omnibus |
dosa | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | doos; opbergdoos |
färdbuss | autobus; bus; touringcar | |
kanna | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | kan; kruik; pul; schenkkan |
lagringsburk | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | |
låda | blik; blikje; bus; opbergblik; trommel | box; doos; kist; kluisje; krat; la; laatje; lade; opbergdoos; opbergruimte; schuifla; schuiflade |
motorbuss | autobus; bus; touringcar | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
låda | kist |
Verwante woorden van "bus":
Verwante definities voor "bus":
Wiktionary: bus
Verwante vertalingen van bus
Zweeds