Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- schisma:
-
Wiktionary:
- schisma → schism, splittring
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schisma (Nederlands) in het Zweeds
schisma:
-
het schisma (geloofsafscheiding; afscheiding; scheuring)
religiös konflikt-
religiös konflikt zelfstandig naamwoord
-
-
het schisma (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; conflict; onenigheid; tweespalt; twist; tweestrijd)
Vertaal Matrix voor schisma:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
meningsskiljaktighet | conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete | |
religiös konflikt | afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma | geloofsstrijd; religieus conflict |
Wiktionary: schisma
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schisma | → schism; splittring | ↔ schism — split, division, separation, discord |