Nederlands
Uitgebreide vertaling voor liften (Nederlands) in het Zweeds
liften:
-
liften (liftend reizen)
Conjugations for liften:
o.t.t.
- lift
- lift
- lift
- liften
- liften
- liften
o.v.t.
- liftte
- liftte
- liftte
- liftten
- liftten
- liftten
v.t.t.
- heb gelift
- hebt gelift
- heeft gelift
- hebben gelift
- hebben gelift
- hebben gelift
v.v.t.
- had gelift
- had gelift
- had gelift
- hadden gelift
- hadden gelift
- hadden gelift
o.t.t.t.
- zal liften
- zult liften
- zal liften
- zullen liften
- zullen liften
- zullen liften
o.v.t.t.
- zou liften
- zou liften
- zou liften
- zouden liften
- zouden liften
- zouden liften
diversen
- lift!
- lift!
- gelift
- liftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor liften:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gratisåka | liften; liftend reizen | |
lifta | liften; liftend reizen | |
resa med snålskjuts | liften; liftend reizen |
Verwante woorden van "liften":
lift:
Vertaal Matrix voor lift:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hiss | lift | hoogteroer; liftkooi |
Verwante woorden van "lift":
Wiktionary: lift
lift
Cross Translation:
noun
-
een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen
- lift → hiss
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lift | → hiss | ↔ lift — mechanical device for vertically transporting goods or people |
• lift | → skjuts | ↔ lift — the act of transporting someone in a vehicle |
• lift | → hiss | ↔ ascenseur — Appareil mécanique (1) et (2) |