Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- hausse:
-
Wiktionary:
- hausse → boom, hausse, högkonjunktur
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
hausse:
-
Wiktionary:
hausse → hoogconjunctuur, hausse -
Synoniemen voor "hausse":
stigning; uppgång; boom
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hausse (Nederlands) in het Zweeds
hausse:
-
de hausse (hoogconjunctuur; bloei)
Vertaal Matrix voor hausse:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
högkonjunktur | bloei; hausse; hoogconjunctuur |
Verwante woorden van "hausse":
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor hausse (Zweeds) in het Nederlands
hausse:
Synoniemen voor "hausse":
Wiktionary: hausse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hausse | → hoogconjunctuur; hausse | ↔ boom — period of prosperity |