Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vogel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vogelen (Nederlands) in het Zweeds

vogel:

vogel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vogel
    fågel
    • fågel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vogel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fågel vogel gevogelte; vogels
- figuur; type

Verwante woorden van "vogel":


Synoniemen voor "vogel":


Verwante definities voor "vogel":

  1. persoon met bepaalde kenmerken1
    • wat een rare vogel is die Jaap toch!1
  2. dier met vleugels, twee poten en snavel1
    • er zit een vogel in de boom te fluiten1

Wiktionary: vogel

vogel
noun
  1. een gewerveld dier (Aves) met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren

Cross Translation:
FromToVia
vogel fågel bird — animal
vogel fågel oiseau — zoologie|nocat=1 Animal vertébré


Wiktionary: vogelen

vogelen
verb
  1. het voor hobby bekijken en determineren van vogels

Computer vertaling door derden: