Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verbieden (Nederlands) in het Zweeds
verbieden:
-
verbieden
Conjugations for verbieden:
o.t.t.
- verbied
- verbiedt
- verbiedt
- verbieden
- verbieden
- verbieden
o.v.t.
- verbood
- verbood
- verbood
- verboden
- verboden
- verboden
v.t.t.
- heb verboden
- hebt verboden
- heeft verboden
- hebben verboden
- hebben verboden
- hebben verboden
v.v.t.
- had verboden
- had verboden
- had verboden
- hadden verboden
- hadden verboden
- hadden verboden
o.t.t.t.
- zal verbieden
- zult verbieden
- zal verbieden
- zullen verbieden
- zullen verbieden
- zullen verbieden
o.v.t.t.
- zou verbieden
- zou verbieden
- zou verbieden
- zouden verbieden
- zouden verbieden
- zouden verbieden
diversen
- verbied!
- verbiedt!
- verboden
- verbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verbieden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förbjuda | verbieden |
Antoniemen van "verbieden":
Verwante definities voor "verbieden":
Wiktionary: verbieden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbieden | → förbjuda; utesluta | ↔ bar — to prohibit |
• verbieden | → förbjuda | ↔ forbid — to disallow |
• verbieden | → förbjuda; beskydda; avvärja | ↔ forfend — prohibit; forbid; avert |
• verbieden | → förbjuda | ↔ prohibit — to proscribe |
• verbieden | → förbjuda | ↔ verbieten — Unterlassung fordern |
• verbieden | → förbjuda | ↔ interdire — défendre quelque chose à quelqu’un, ne pas lui permettre par une décision d'autorité. |