Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. helen:
  2. hel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor helen (Nederlands) in het Zweeds

helen:

helen werkwoord (heel, heelt, heelde, heelden, geheeld)

  1. helen (gezond worden; genezen; beteren)
    tillfriskna; bli bra; återhämta sig
    • tillfriskna werkwoord (tillfrisknar, tillfrisknade, tillfrisknat)
    • bli bra werkwoord (blir bra, blev bra, blivit bra)
    • återhämta sig werkwoord (återhämtar sig, återhämtade sig, återhämtat sig)
  2. helen (genezen van ziekte)
    tillfriskna; krya på sig; bli bra igen
    • tillfriskna werkwoord (tillfrisknar, tillfrisknade, tillfrisknat)
    • krya på sig werkwoord (kryar på sig, kryade på sig, kryat på sig)
    • bli bra igen werkwoord (blir bra igen, blev bra igen, blivit bra igen)
  3. helen (gestolen goed verkopen)
    handla med stöldgods
    • handla med stöldgods werkwoord (handlar med stöldgods, handlade med stöldgods, handlat med stöldgods)

Conjugations for helen:

o.t.t.
  1. heel
  2. heelt
  3. heelt
  4. helen
  5. helen
  6. helen
o.v.t.
  1. heelde
  2. heelde
  3. heelde
  4. heelden
  5. heelden
  6. heelden
v.t.t.
  1. heb geheeld
  2. hebt geheeld
  3. heeft geheeld
  4. hebben geheeld
  5. hebben geheeld
  6. hebben geheeld
v.v.t.
  1. had geheeld
  2. had geheeld
  3. had geheeld
  4. hadden geheeld
  5. hadden geheeld
  6. hadden geheeld
o.t.t.t.
  1. zal helen
  2. zult helen
  3. zal helen
  4. zullen helen
  5. zullen helen
  6. zullen helen
o.v.t.t.
  1. zou helen
  2. zou helen
  3. zou helen
  4. zouden helen
  5. zouden helen
  6. zouden helen
en verder
  1. ben geheeld
  2. bent geheeld
  3. is geheeld
  4. zijn geheeld
  5. zijn geheeld
  6. zijn geheeld
diversen
  1. heel!
  2. heelt!
  3. geheeld
  4. helend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor helen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli bra beteren; genezen; gezond worden; helen
bli bra igen genezen van ziekte; helen
handla med stöldgods gestolen goed verkopen; helen
krya på sig genezen van ziekte; helen
tillfriskna beteren; genezen; genezen van ziekte; gezond worden; helen bekomen; zich hervinden
återhämta sig beteren; genezen; gezond worden; helen
- genezen

Verwante woorden van "helen":


Synoniemen voor "helen":


Verwante definities voor "helen":

  1. weer beter, gezond maken/worden1
    • de wond is inmiddels geheeld1
  2. iets kopen waarvan je weet dat het gestolen is1
    • het kopen van die gestolen fiets is een vorm van helen1

Wiktionary: helen


Cross Translation:
FromToVia
helen hela guérirdélivrer d’un mal physique.
helen hela guérir — Se délivrer d’un mal physique.
helen hela recouvrerretrouver, rentrer en possession ; acquérir de nouveau une chose qu’on perdre.

hel:

hel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de hel (duisternis)
    helvete; möker
    • helvete [-ett] zelfstandig naamwoord !
    • möker zelfstandig naamwoord

hel bijvoeglijk naamwoord

  1. hel
    stark; bländande; starkt

Vertaal Matrix voor hel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helvete duisternis; hel
möker duisternis; hel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bländande hel glansrijk; schitterend
stark hel ferm; flink; fors; fysiek sterk; geconcentreerd; krachtig; potig; sterk; stevig; van sterk gehalte
starkt hel alcoholisch; ferm; flink; fors; fysiek sterk; geestrijk; krachtig; potig; rijk aan alcohol; sterk; stevig

Verwante woorden van "hel":


Wiktionary: hel

hel
noun
  1. een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan

Cross Translation:
FromToVia
hel helvete hell — place of suffering in life
hel helvete hell — where sinners go
hel helvete perdition — hell
hel klar; tydlig; ljus clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
hel helvete enfer — Religion