Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: feit

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: feit

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

feit:
- data; fakta; händelse
Wiktionary:
- feit → faktum, verklighet

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor feit (Nederlands) in het Zweeds

feit:

feit [het ~] zelfstandig naamwoord

het feit
data; fakta
- data zelfstandig naamwoord
- fakta zelfstandig naamwoord
het feit
fakta
- fakta zelfstandig naamwoord
het feit (gebeurtenis; voorval; incident)
händelse
- händelse [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor feit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
data	feit	PC; data; gegevens; personal computer
fakta	feit	data; gegevens
händelse	feit; gebeurtenis; incident; voorval	gebeurtenis; gebeurtenissen; incident; incidenten; plaatsvinden; programmagebeurtenis; voorvallen; zaakje
-	gegeven
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	data

Verwante woorden van "feit":

feiten, feitje, feitjes

Synoniemen voor "feit":

data; gegeven

Verwante definities voor "feit":

wat bekend is of wat je weet¹
- de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan¹

Wiktionary: feit

Cross Translation:

From	To	Via
• feit	→ faktum	↔ fact — an honest observation
• feit	→ faktum	↔ fact — something actual
• feit	→ verklighet	↔ fact — something which has become real
• feit	→ faktum	↔ fact — something concrete used as a basis for further interpretation
• feit	→ faktum	↔ fact — an objective consensus on a fundamental reality
• feit	→ faktum	↔ fact — information about a particular subject
• feit	→ faktum	↔ Tatsache — etwas wirklich Vorhandenes, Existierendes

Verwante vertalingen van feit

bekend feit

¹Muiswerk Woordenboek