Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
effektiv
|
beproefd; deugdelijk; probaat
|
competent; daadwerkelijk; deskundig; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beprövad
|
beproefd; deugdelijk; probaat
|
ervaren
|
effektivt
|
beproefd; deugdelijk; probaat
|
competent; daadwerkelijk; deskundig; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
|
gediget
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
|
louter
|
pålitlig
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
|
vertrouwde
|
pålitligt
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
|
bedrijfszeker; vertrouwde
|
rättskaffens
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
|
|
solid
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
|
degelijke
|
solitt
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
|
|
sunt
|
degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid
|
doortimmerd; gezondheids
|
säkert
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
|
absoluut; beslist; echt; geheid; gewis; heus; onweerlegbaar; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; veilig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
|
verksamt
|
beproefd; deugdelijk; probaat
|
|