Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. neger:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. neger:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor neger (Nederlands) in het Zweeds

neger:

neger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de neger (zwarte)
    svart; färgad; neger
    • svart zelfstandig naamwoord
    • färgad zelfstandig naamwoord
    • neger [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
färgad neger; zwarte
neger neger; zwarte Moor
svart neger; zwarte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svart zwart

Verwante woorden van "neger":

  • negeren, negers, negertje, negertjes

Wiktionary: neger


Cross Translation:
FromToVia
neger neger; negress Negro — person with dark skin
neger svart black — relating to persons of African descent
neger svarting; nigger; neger nigger — negro person



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor neger (Zweeds) in het Nederlands

neger:

neger [-en] zelfstandig naamwoord

  1. neger (svart; färgad)
    de zwarte; de neger
    • zwarte [de ~] zelfstandig naamwoord
    • neger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. neger (mor; morian)
    de Moor
    • Moor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Moor mor; morian; neger individ av morisk härkomst; mor; morian
neger färgad; neger; svart
zwarte färgad; neger; svart färgad person

Synoniemen voor "neger":


Wiktionary: neger


Cross Translation:
FromToVia
neger negerin; neger Negro — person with dark skin
neger neger; nikker nigger — negro person