Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geur:
  2. geuren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geur (Nederlands) in het Zweeds

geur:

geur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de geur (bouquet; aroma; reuk; geurtje; lucht)
    – wat je ruikt 1
    bouqet; doft; arom
    • bouqet zelfstandig naamwoord
    • doft [-en] zelfstandig naamwoord
    • arom [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de geur (aroma)
    – wat je ruikt 1
    doft; arom
    • doft [-en] zelfstandig naamwoord
    • arom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arom aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk
bouqet aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk
doft aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk boeket; bos bloemen
- lucht

Verwante woorden van "geur":


Synoniemen voor "geur":


Verwante definities voor "geur":

  1. wat je ruikt1
    • dat is de geur van mijn parfum1

Wiktionary: geur


Cross Translation:
FromToVia
geur lukt; doft Geruch — durch das Geruchsorgan wahrgenommene Ausdünstung
geur lukt smell — sensation
geur doft odeursensation que produire sur l’odorat les émanations des corps.

geuren:

geuren werkwoord (geur, geurt, geurde, geurden, gegeurd)

  1. geuren (een geur verspreiden; ruiken; rieken)
    lukta
    • lukta werkwoord (luktar, luktade, luktat)
  2. geuren (stinken; ruiken; meuren; )
    stinka; lukta illa
    • stinka werkwoord (stinker, stank, stunkit)
    • lukta illa werkwoord (luktar illa, luktade illa, luktat illa)
  3. geuren (pralen; pronken; te kijk lopen met)
    glänsa; visa upp sig
    • glänsa werkwoord (glänser, glänste, glänst)
    • visa upp sig werkwoord (visar upp sig, visade upp sig, visat upp sig)

Conjugations for geuren:

o.t.t.
  1. geur
  2. geurt
  3. geurt
  4. geuren
  5. geuren
  6. geuren
o.v.t.
  1. geurde
  2. geurde
  3. geurde
  4. geurden
  5. geurden
  6. geurden
v.t.t.
  1. heb gegeurd
  2. hebt gegeurd
  3. heeft gegeurd
  4. hebben gegeurd
  5. hebben gegeurd
  6. hebben gegeurd
v.v.t.
  1. had gegeurd
  2. had gegeurd
  3. had gegeurd
  4. hadden gegeurd
  5. hadden gegeurd
  6. hadden gegeurd
o.t.t.t.
  1. zal geuren
  2. zult geuren
  3. zal geuren
  4. zullen geuren
  5. zullen geuren
  6. zullen geuren
o.v.t.t.
  1. zou geuren
  2. zou geuren
  3. zou geuren
  4. zouden geuren
  5. zouden geuren
  6. zouden geuren
diversen
  1. guer!
  2. guert!
  3. gegeurd
  4. geurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor geuren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glänsa geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met fonkelen; glinsteren; licht schijnen; schitteren; stralen
lukta een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken lucht krijgen van
lukta illa een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen
stinka een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen
visa upp sig geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met

Wiktionary: geuren


Cross Translation:
FromToVia
geuren lukta; dofta smell — have the smell of
geuren lukta; dofta smell — have a particular smell
geuren dofta embaumerintroduire dans un cadavre des substances propres à empêcher qu’il ne se corrompre.
geuren dofta sentir — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van geur