Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor wispelturigheid in het Nederlands
wispelturigheid:
-
de wispelturigheid
Verwante woorden van "wispelturigheid":
wispelturigheid vorm van wispelturig:
-
wispelturig
onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar-
onvoorspelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
wispelturig bijvoeglijk naamwoord
-
nukkig bijvoeglijk naamwoord
-
grillig bijvoeglijk naamwoord
-
onberekenbaar bijvoeglijk naamwoord
-