Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor welvoeglijkheid in het Nederlands

welvoeglijkheid:

welvoeglijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de welvoeglijkheid
    het fatsoen; de fatsoenlijkheid; de welvoeglijkheid; de betamelijkheid; welgemanierdheid

Verwante woorden van "welvoeglijkheid":


welvoeglijk:

welvoeglijk bijvoeglijk naamwoord

  1. welvoeglijk
    fatsoenlijk; decent; netjes; eerbaar; welvoeglijk; manierlijk
  2. welvoeglijk
    betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk

Verwante woorden van "welvoeglijk":