Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. wasem:
  2. wasemen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wasem in het Nederlands

wasem:

wasem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de wasem
    de uitwaseming; de wasem; zichtbare damp

Verwante woorden van "wasem":


wasem vorm van wasemen:

wasemen werkwoord (wasem, wasemt, wasemde, wasemden, gewasemd)

  1. wasemen
    stomen; dampen; uitwasemen; wasemen
    • stomen werkwoord (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)
    • dampen werkwoord (damp, dampt, dampte, dampten, gedampt)
    • uitwasemen werkwoord (wasem uit, wasemt uit, wasemde uit, wasemden uit, uitgewasemd)
    • wasemen werkwoord (wasem, wasemt, wasemde, wasemden, gewasemd)

Conjugations for wasemen:

o.t.t.
  1. wasem
  2. wasemt
  3. wasemt
  4. wasemen
  5. wasemen
  6. wasemen
o.v.t.
  1. wasemde
  2. wasemde
  3. wasemde
  4. wasemden
  5. wasemden
  6. wasemden
v.t.t.
  1. heb gewasemd
  2. hebt gewasemd
  3. heeft gewasemd
  4. hebben gewasemd
  5. hebben gewasemd
  6. hebben gewasemd
v.v.t.
  1. had gewasemd
  2. had gewasemd
  3. had gewasemd
  4. hadden gewasemd
  5. hadden gewasemd
  6. hadden gewasemd
o.t.t.t.
  1. zal wasemen
  2. zult wasemen
  3. zal wasemen
  4. zullen wasemen
  5. zullen wasemen
  6. zullen wasemen
o.v.t.t.
  1. zou wasemen
  2. zou wasemen
  3. zou wasemen
  4. zouden wasemen
  5. zouden wasemen
  6. zouden wasemen
diversen
  1. wasem!
  2. wasemt!
  3. gewasemd
  4. wasemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "wasemen":