Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor waden in het Nederlands
waden:
-
waden
Conjugations for waden:
o.t.t.
- waad
- waadt
- waadt
- waden
- waden
- waden
o.v.t.
- waadde
- waadde
- waadde
- waadden
- waadden
- waadden
v.t.t.
- heb gewaad
- hebt gewaad
- heeft gewaad
- hebben gewaad
- hebben gewaad
- hebben gewaad
v.v.t.
- had gewaad
- had gewaad
- had gewaad
- hadden gewaad
- hadden gewaad
- hadden gewaad
o.t.t.t.
- zal waden
- zult waden
- zal waden
- zullen waden
- zullen waden
- zullen waden
o.v.t.t.
- zou waden
- zou waden
- zou waden
- zouden waden
- zouden waden
- zouden waden
diversen
- waad!
- waadt!
- gewaad
- wadend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze