Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor vormend in het Nederlands
vormend:
vormend vorm van vormen:
-
vormen
-
vormen
-
vormen
-
vormen
vormen; vorm geven aan; gestalte geven-
vorm geven aan werkwoord
-
gestalte geven werkwoord (geef gestalte, geeft gestalte, gaf festalte, gaven festalte, gestalte gegeven)
-
vormen
– de gedaante ervan hebben 1 -
vormen
– het maken 1 -
vormen
– het zijn 1 -
vormen
– opvoeden, zijn persoonlijkheid ontwikkelen 1
Conjugations for vormen:
o.t.t.
- vorm
- vormt
- vormt
- vormen
- vormen
- vormen
o.v.t.
- vormde
- vormde
- vormde
- vormden
- vormden
- vormden
v.t.t.
- heb gevormd
- hebt gevormd
- heeft gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
- hebben gevormd
v.v.t.
- had gevormd
- had gevormd
- had gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
- hadden gevormd
o.t.t.t.
- zal vormen
- zult vormen
- zal vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
- zullen vormen
o.v.t.t.
- zou vormen
- zou vormen
- zou vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
- zouden vormen
diversen
- vorm!
- vormt!
- gevormd
- vormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het vormen