Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor verrichten in het Nederlands
verrichten:
-
verrichten
-
verrichten
– het (volgens plan) maken of doen 1
Conjugations for verrichten:
o.t.t.
- verricht
- verricht
- verricht
- verrichten
- verrichten
- verrichten
o.v.t.
- verrichtte
- verrichtte
- verrichtte
- verrichtten
- verrichtten
- verrichtten
v.t.t.
- heb verricht
- hebt verricht
- heeft verricht
- hebben verricht
- hebben verricht
- hebben verricht
v.v.t.
- had verricht
- had verricht
- had verricht
- hadden verricht
- hadden verricht
- hadden verricht
o.t.t.t.
- zal verrichten
- zult verrichten
- zal verrichten
- zullen verrichten
- zullen verrichten
- zullen verrichten
o.v.t.t.
- zou verrichten
- zou verrichten
- zou verrichten
- zouden verrichten
- zouden verrichten
- zouden verrichten
diversen
- verricht!
- verricht!
- verricht
- verrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze