Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor vergunnen in het Nederlands
vergunnen:
-
vergunnen
-
vergunnen
-
vergunnen
-
vergunnen
Conjugations for vergunnen:
o.t.t.
- vergun
- vergunt
- vergunt
- vergunnen
- vergunnen
- vergunnen
o.v.t.
- vergunde
- vergunde
- vergunde
- vergunden
- vergunden
- vergunden
v.t.t.
- heb vergund
- hebt vergund
- heeft vergund
- hebben vergund
- hebben vergund
- hebben vergund
v.v.t.
- had vergund
- had vergund
- had vergund
- hadden vergund
- hadden vergund
- hadden vergund
o.t.t.t.
- zal vergunnen
- zult vergunnen
- zal vergunnen
- zullen vergunnen
- zullen vergunnen
- zullen vergunnen
o.v.t.t.
- zou vergunnen
- zou vergunnen
- zou vergunnen
- zouden vergunnen
- zouden vergunnen
- zouden vergunnen
diversen
- vergun!
- vergunt!
- vergund
- vergunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze