Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. uit werken gaan:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uit werken gaan in het Nederlands

uit werken gaan:

uit werken gaan werkwoord

  1. uit werken gaan
    werkzaam zijn; uit werken gaan
    • werkzaam zijn werkwoord (ben werkzaam, bent werkzaam, is werkzaam, was werkzaam, waren werkzaam, werkzaam geweest)
    • uit werken gaan werkwoord

Verwante synoniemen voor uit werken gaan