Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor toestanden in het Nederlands

toestanden:

toestanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de toestanden
    de toestanden

Verwante woorden van "toestanden":


toestand:

toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toestand
    de toestand; de staat; de gesteldheid; de positie
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de toestand
    de toestand; de staat; de conditie
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de toestand
    de heisa; de toestand
    • heisa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de toestand
    de omstandigheden; de situatie; de omstandigheid; de toestand

toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toestand
    – hoe iets of iemand is 1
    de staat; de toestand
    – hoe iets of iemand is 1
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • het gebouw is in zijn oude staat hersteld1
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de toestand van de patiënt is goed1

toestand

  1. toestand

Verwante woorden van "toestand":


Alternatieve synoniemen voor "toestand":


Verwante definities voor "toestand":

  1. hoe iets of iemand is1
    • de toestand van de patiënt is goed1