Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tenger in het Nederlands

tenger:

tenger bijvoeglijk naamwoord

  1. tenger
    delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; teer; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar
  2. tenger
    mager; tenger; spichtig; sprieterig
  3. tenger
    tenger; lichtgebouwd
  4. tenger
    slank; dun; tenger; fijngebouwd; fijn; rank
    • slank bijvoeglijk naamwoord
    • dun bijvoeglijk naamwoord
    • tenger bijvoeglijk naamwoord
    • fijngebouwd bijvoeglijk naamwoord
    • fijn bijvoeglijk naamwoord
    • rank bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "tenger":

  • tengerheid, tengere