Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor teken in het Nederlands
teken:
-
het teken
-
het teken
-
het teken
-
het teken
-
het teken
-
het teken
– figuur om iets anders aan te duiden 1 -
het teken
– wat iets anders aanduidt 1
Verwante woorden van "teken":
Alternatieve synoniemen voor "teken":
Verwante definities voor "teken":
teken vorm van tekenen:
-
tekenen
-
tekenen
-
tekenen
-
tekenen
karakteriseren; kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen-
karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
-
-
tekenen
– er je handtekening onder zetten 1 -
tekenen
– duidelijk laten uitkomen hoe het is 1 -
tekenen
– een afbeelding van iets of iemand maken 1
Conjugations for tekenen:
o.t.t.
- teken
- tekent
- tekent
- tekenen
- tekenen
- tekenen
o.v.t.
- tekende
- tekende
- tekende
- tekenden
- tekenden
- tekenden
v.t.t.
- heb getekend
- hebt getekend
- heeft getekend
- hebben getekend
- hebben getekend
- hebben getekend
v.v.t.
- had getekend
- had getekend
- had getekend
- hadden getekend
- hadden getekend
- hadden getekend
o.t.t.t.
- zal tekenen
- zult tekenen
- zal tekenen
- zullen tekenen
- zullen tekenen
- zullen tekenen
o.v.t.t.
- zou tekenen
- zou tekenen
- zou tekenen
- zouden tekenen
- zouden tekenen
- zouden tekenen
en verder
- ben getekend
- bent getekend
- is getekend
- zijn getekend
- zijn getekend
- zijn getekend
diversen
- teken!
- tekent!
- getekend
- tekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze