Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor tegenoverliggend in het Nederlands
tegenoverliggend:
-
tegenoverliggend
tegenoverliggend; tegenovergelegen-
tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord
-
tegenovergelegen bijvoeglijk naamwoord
-
-
tegenoverliggend
tegenoverliggend; aan de andere kant; aan de overkant; hiertegenover; aan de overzijde-
tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord
-
aan de andere kant bijvoeglijk naamwoord
-
aan de overkant bijvoeglijk naamwoord
-
hiertegenover bijwoord
-
aan de overzijde bijvoeglijk naamwoord
-