Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor tederheid in het Nederlands
tederheid:
-
de tederheid
Verwante woorden van "tederheid":
teder:
-
teder
delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; teer; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar-
delicaat bijvoeglijk naamwoord
-
kwetsbaar bijvoeglijk naamwoord
-
teder bijvoeglijk naamwoord
-
frèle bijvoeglijk naamwoord
-
teer bijvoeglijk naamwoord
-
tenger bijvoeglijk naamwoord
-
fijngevoelig bijvoeglijk naamwoord
-
fijn bijvoeglijk naamwoord
-
broos bijvoeglijk naamwoord
-
fragiel bijvoeglijk naamwoord
-
iel bijvoeglijk naamwoord
-
zwak bijvoeglijk naamwoord
-
breekbaar bijvoeglijk naamwoord
-