Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor stugheid in het Nederlands

stugheid:

stugheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de stugheid
    de stijfheid; de starheid; de stugheid; strafheid; de stuursheid

Verwante woorden van "stugheid":


stug:

stug bijvoeglijk naamwoord

  1. stug
    onbuigzaam; onverzettelijk; taai; stug; stijfkoppig
  2. stug
    – zonder je af te laten leiden 1
    stug
    – zonder je af te laten leiden 1
    • stug bijvoeglijk naamwoord
      • hij werkt stug door1
  3. stug
    – niet aardig; niet gemakkelijk 1
    stug
    – niet aardig; niet gemakkelijk 1
    • stug bijvoeglijk naamwoord
      • zij gedraagt zich erg stug tegen de vriendin van haar man1

Verwante woorden van "stug":


Alternatieve synoniemen voor "stug":


Antoniemen van "stug":


Verwante definities voor "stug":

  1. zonder je af te laten leiden1
    • hij werkt stug door1
  2. niet aardig; niet gemakkelijk1
    • zij gedraagt zich erg stug tegen de vriendin van haar man1