Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor soms in het Nederlands

soms:

soms bijwoord

  1. soms
    soms; somwijlen
  2. soms
    soms
  3. soms
    af en toe; incidenteel; soms; weleens; nu en dan
  4. soms
    – af en toe 1
    soms
    – af en toe 1
    • soms bijwoord
      • ik ga soms op de fiets naar mijn werk1
  5. soms
    – misschien 1
    soms
    – misschien 1
    • soms bijwoord
      • weet je soms hoe laat het is?1

Verwante woorden van "soms":


Verwante definities voor "soms":

  1. misschien1
    • weet je soms hoe laat het is?1
  2. af en toe1
    • ik ga soms op de fiets naar mijn werk1

soms vorm van som:

som [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de som
    de optelling; de som; samentelling

som [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de som
    – vraagstuk waarbij je moet rekenen 1
    de som
    – vraagstuk waarbij je moet rekenen 1
    • som [de ~] zelfstandig naamwoord
      • 2 + 2 is geen moeilijke som1
  2. de som
    – geheel van getallen 1
    het totaal; de som
    – geheel van getallen 1
    • totaal [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het totaal bedraagt 120 gulden1
    • som [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de som van 13 en 14 is 271

Verwante woorden van "som":


Alternatieve synoniemen voor "som":


Verwante definities voor "som":

  1. vraagstuk waarbij je moet rekenen1
    • 2 + 2 is geen moeilijke som1
  2. geheel van getallen1
    • de som van 13 en 14 is 271