Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor slonzigheid in het Nederlands
slonzigheid:
-
de slonzigheid
de slonzigheid; de viespeukerij; het vuil; de viezigheid; de smerigheid; de vuiligheid; de smeerlapperij; de drab; de vuilheid; de zwijnenboel; de morsigheid
Verwante woorden van "slonzigheid":
slonzig:
-
slonzig
-
slonzig