Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor slinksheid in het Nederlands

slinksheid:

slinksheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de slinksheid
    de schurkachtigheid; de gemeenheid; de slinksheid

Verwante woorden van "slinksheid":


slinks:

slinks bijvoeglijk naamwoord

  1. slinks
    gemeen; achterbaks; sluw; geraffineerd; uitgekookt; geslepen; snood; slinks; stiekem; leep; gewiekst; geniepig; listig; doortrapt; gehaaid; gluiperig
  2. slinks
    achterbaks; stiekem; doortrapt; listig; geniepig; snood; slinks; in het geniep; gluiperig
  3. slinks
    sluw; geraffineerd; geslepen; listig; arglistig; doortrapt; slinks; link; leep

Verwante woorden van "slinks":