Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor rollen in het Nederlands

rollen:

rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)

  1. rollen
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)

Conjugations for rollen:

o.t.t.
  1. rol
  2. rolt
  3. rolt
  4. rollen
  5. rollen
  6. rollen
o.v.t.
  1. rolde
  2. rolde
  3. rolde
  4. rolden
  5. rolden
  6. rolden
v.t.t.
  1. heb gerold
  2. hebt gerold
  3. heeft gerold
  4. hebben gerold
  5. hebben gerold
  6. hebben gerold
v.v.t.
  1. had gerold
  2. had gerold
  3. had gerold
  4. hadden gerold
  5. hadden gerold
  6. hadden gerold
o.t.t.t.
  1. zal rollen
  2. zult rollen
  3. zal rollen
  4. zullen rollen
  5. zullen rollen
  6. zullen rollen
o.v.t.t.
  1. zou rollen
  2. zou rollen
  3. zou rollen
  4. zouden rollen
  5. zouden rollen
  6. zouden rollen
en verder
  1. ben gerold
  2. bent gerold
  3. is gerold
  4. zijn gerold
  5. zijn gerold
  6. zijn gerold
diversen
  1. rol!
  2. rolt!
  3. gerold
  4. rollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "rollen":


rollen vorm van rol:

rol [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rol
    de rol; personageuitbeelding
  2. de rol
    de rol
    • rol [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de rol
    de rol; beveiligingsrol
  4. de rol
    – functie in een groter geheel 1
    de rol
    – functie in een groter geheel 1
    • rol [de ~] zelfstandig naamwoord
      • wat was zijn rol bij die ruzie?1
  5. de rol
    – persoon die door toneelspeler wordt uitgebeeld 1
    de rol
    – persoon die door toneelspeler wordt uitgebeeld 1
    • rol [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hij speelt de rol van de grootvader1
  6. de rol
    – wat in elkaar gedraaid is als een cilinder 1
    de rol
    – wat in elkaar gedraaid is als een cilinder 1
    • rol [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hoeveel rollen behang koop je?1

Verwante woorden van "rol":


Verwante definities voor "rol":

  1. functie in een groter geheel1
    • wat was zijn rol bij die ruzie?1
  2. persoon die door toneelspeler wordt uitgebeeld1
    • hij speelt de rol van de grootvader1
  3. wat in elkaar gedraaid is als een cilinder1
    • hoeveel rollen behang koop je?1

Verwante synoniemen voor rollen