Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. prevelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor prevelen in het Nederlands

prevelen:

prevelen werkwoord (prevel, prevelt, prevelde, prevelden, gepreveld)

  1. prevelen
    mompelen
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    • mompelen werkwoord (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)
      • je moet niet mompelen, maar duidelijk praten1
    prevelen
    • prevelen werkwoord (prevel, prevelt, prevelde, prevelden, gepreveld)

Conjugations for prevelen:

o.t.t.
  1. prevel
  2. prevelt
  3. prevelt
  4. prevelen
  5. prevelen
  6. prevelen
o.v.t.
  1. prevelde
  2. prevelde
  3. prevelde
  4. prevelden
  5. prevelden
  6. prevelden
v.t.t.
  1. heb gepreveld
  2. hebt gepreveld
  3. heeft gepreveld
  4. hebben gepreveld
  5. hebben gepreveld
  6. hebben gepreveld
v.v.t.
  1. had gepreveld
  2. had gepreveld
  3. had gepreveld
  4. hadden gepreveld
  5. hadden gepreveld
  6. hadden gepreveld
o.t.t.t.
  1. zal prevelen
  2. zult prevelen
  3. zal prevelen
  4. zullen prevelen
  5. zullen prevelen
  6. zullen prevelen
o.v.t.t.
  1. zou prevelen
  2. zou prevelen
  3. zou prevelen
  4. zouden prevelen
  5. zouden prevelen
  6. zouden prevelen
diversen
  1. prevel!
  2. prevelt!
  3. gepreveld
  4. prevelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze