Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. pijlers:
  2. pijler:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor pijlers in het Nederlands

pijlers:

pijlers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de pijlers
    de pijlers; de steunpilaren

Verwante woorden van "pijlers":


pijlers vorm van pijler:

pijler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pijler
    de pijler
    • pijler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "pijler":