Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. parcours:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor parcours in het Nederlands

parcours:

parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de parcours
    de parcours; de baan
    • parcours [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "parcours":

  • parcoursen