Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor overwinnen in het Nederlands
overwinnen:
-
overwinnen
winnen; overwinnen; te boven komen; verslaan-
te boven komen werkwoord (kom te boven, komt te boven, kwam te boven, kwamen te boven, te boven gekomen)
Conjugations for overwinnen:
o.t.t.
- overwin
- overwint
- overwint
- overwinnen
- overwinnen
- overwinnen
o.v.t.
- overwon
- overwon
- overwon
- overwonnen
- overwonnen
- overwonnen
v.t.t.
- heb overwonnen
- hebt overwonnen
- heeft overwonnen
- hebben overwonnen
- hebben overwonnen
- hebben overwonnen
v.v.t.
- had overwonnen
- had overwonnen
- had overwonnen
- hadden overwonnen
- hadden overwonnen
- hadden overwonnen
o.t.t.t.
- zal overwinnen
- zult overwinnen
- zal overwinnen
- zullen overwinnen
- zullen overwinnen
- zullen overwinnen
o.v.t.t.
- zou overwinnen
- zou overwinnen
- zou overwinnen
- zouden overwinnen
- zouden overwinnen
- zouden overwinnen
en verder
- ben overwonnen
- bent overwonnen
- is overwonnen
- zijn overwonnen
- zijn overwonnen
- zijn overwonnen
diversen
- overwin!
- overwint!
- overwonnen
- overwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze