Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor ontmoet in het Nederlands
ontmoet:
-
ontmoet
Verwante woorden van "ontmoet":
ontmoeten:
-
ontmoeten
-
ontmoeten
ontmoeten; kennis maken met-
kennis maken met werkwoord (maak kennis met, maakt kennis met, maakte kennis met, maakten kennis met, kennis gemaakt met)
-
ontmoeten
– iemand op de afgesproken plaats treffen 1 -
ontmoeten
– iemand toevallig tegenkomen 1
Conjugations for ontmoeten:
o.t.t.
- ontmoet
- ontmoet
- ontmoet
- ontmoeten
- ontmoeten
- ontmoeten
o.v.t.
- ontmoette
- ontmoette
- ontmoette
- ontmoetten
- ontmoetten
- ontmoetten
v.t.t.
- heb ontmoet
- hebt ontmoet
- heeft ontmoet
- hebben ontmoet
- hebben ontmoet
- hebben ontmoet
v.v.t.
- had ontmoet
- had ontmoet
- had ontmoet
- hadden ontmoet
- hadden ontmoet
- hadden ontmoet
o.t.t.t.
- zal ontmoeten
- zult ontmoeten
- zal ontmoeten
- zullen ontmoeten
- zullen ontmoeten
- zullen ontmoeten
o.v.t.t.
- zou ontmoeten
- zou ontmoeten
- zou ontmoeten
- zouden ontmoeten
- zouden ontmoeten
- zouden ontmoeten
diversen
- ontmoet!
- ontmoett!
- ontmoet
- ontmoetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze