Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. obers:
  2. ober:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor obers in het Nederlands

obers:

obers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de obers
    de bedienden; restaurantbedienden; de obers

Verwante woorden van "obers":


ober:

ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ober
    de ober; de kelner; tafelbediende
    • ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kelner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tafelbediende [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de ober
    – wie in een café klanten helpt 1
    de ober
    – wie in een café klanten helpt 1
    • ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ober, mag ik nog een koffie?1

Verwante woorden van "ober":


Alternatieve synoniemen voor "ober":


Verwante definities voor "ober":

  1. wie in een café klanten helpt1
    • ober, mag ik nog een koffie?1