Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. nogmaals:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor nogmaals in het Nederlands

nogmaals:

nogmaals bijwoord

  1. nogmaals
    weer; nogmaals; andermaal; opnieuw; wederom
  2. nogmaals
    nogmaals
  3. nogmaals
    – nog een keer 1
    de over; opnieuw; nogmaals; alweer
    – nog een keer 1
    • over [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik doe dat werk wel over1
    • opnieuw bijwoord
      • Hans is opnieuw de beste van de klas1
    • nogmaals bijwoord
      • hij heeft me nogmaals bedrogen1
    • alweer
      • heb je nu alweer gespijbeld?1

nogmaals

  1. nogmaals

Alternatieve synoniemen voor "nogmaals":


Verwante definities voor "nogmaals":

  1. nog een keer1
    • hij heeft me nogmaals bedrogen1