Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor nering in het Nederlands

nering:

nering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de nering
    de handelswaar; de koopwaar; de nering; de koophandel; de handel; de waar; de klandizie
    • handelswaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koopwaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • nering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • koophandel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klandizie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de nering
    de handel; de zaak; het winkelbedrijf; de nering; kleine onderneming; het bedrijf
  3. de nering
    het handelsverkeer; de koophandel; de handel; de nering; handeldrijven; het ruilverkeer

Verwante woorden van "nering":

  • neringen