Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. mesten:
  2. mest:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor mesten in het Nederlands

mesten:

mesten werkwoord (mest, mestte, mestten, gemest)

  1. mesten
    mesten; vetmesten
    • mesten werkwoord (mest, mestte, mestten, gemest)
    • vetmesten werkwoord (mest vet, mestte vet, mestten vet, vetgemest)
  2. mesten
    mesten
    • mesten werkwoord (mest, mestte, mestten, gemest)

Conjugations for mesten:

o.t.t.
  1. mest
  2. mest
  3. mest
  4. mesten
  5. mesten
  6. mesten
o.v.t.
  1. mestte
  2. mestte
  3. mestte
  4. mestten
  5. mestten
  6. mestten
v.t.t.
  1. heb gemest
  2. hebt gemest
  3. heeft gemest
  4. hebben gemest
  5. hebben gemest
  6. hebben gemest
v.v.t.
  1. had gemest
  2. had gemest
  3. had gemest
  4. hadden gemest
  5. hadden gemest
  6. hadden gemest
o.t.t.t.
  1. zal mesten
  2. zult mesten
  3. zal mesten
  4. zullen mesten
  5. zullen mesten
  6. zullen mesten
o.v.t.t.
  1. zou mesten
  2. zou mesten
  3. zou mesten
  4. zouden mesten
  5. zouden mesten
  6. zouden mesten
en verder
  1. ben gemest
  2. bent gemest
  3. is gemest
  4. zijn gemest
  5. zijn gemest
  6. zijn gemest
diversen
  1. mest!
  2. mest!
  3. gemest
  4. mestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "mesten":


mesten vorm van mest:

mest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mest
    de mest
    • mest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mest":