Overzicht
Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...
- matten:
-
mat:
- mat; niet uitbundig; gematteerd; flets; dof; glansloos; beslagen; niet helder; soezerig; suf; geesteloos; versuft; daas; slap; lusteloos; futloos; lamlendig
- mat; matje; onderlegger; onderzetter; placemat; tafelmatje; gras; grasmat; vloermat
- mat
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor matten in het Nederlands
matten:
Conjugations for matten:
o.t.t.
- mat
- mat
- mat
- matten
- matten
- matten
o.v.t.
- matte
- matte
- matte
- matten
- matten
- matten
v.t.t.
- heb gemat
- hebt gemat
- heeft gemat
- hebben gemat
- hebben gemat
- hebben gemat
v.v.t.
- had gemat
- had gemat
- had gemat
- hadden gemat
- hadden gemat
- hadden gemat
o.t.t.t.
- zal matten
- zult matten
- zal matten
- zullen matten
- zullen matten
- zullen matten
o.v.t.t.
- zou matten
- zou matten
- zou matten
- zouden matten
- zouden matten
- zouden matten
en verder
- is gemat
- zijn gemat
diversen
- mat!
- mat!
- gemat
- mattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Verwante woorden van "matten":
mat:
-
mat
-
mat
-
mat
-
mat
-
mat
mat; dof; flets; niet helder-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
dof bijvoeglijk naamwoord
-
flets bijvoeglijk naamwoord
-
niet helder bijvoeglijk naamwoord
-
-
mat
-
mat
-
mat
– zonder glans 1
-
de mat
-
de mat
-
de mat
-
de mat
– rechthoekig vloerkleedje van biezen of touw 1 -
de mat
– stilletjes, niet levendig 1