Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. lente:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor lente in het Nederlands

lente:

lente [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lente
    – seizoen waarin planten weer gaan groeien 1
    de lente
    – seizoen waarin planten weer gaan groeien 1
    • lente [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in de lente gaan de vogels broeden1
    het voorjaar; voorjaarstijd; de lentetijd
  2. de lente
    – seizoen waarin planten weer gaan groeien 1
    de lente; het voorjaar
    – seizoen waarin planten weer gaan groeien 1
    • lente [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in de lente gaan de vogels broeden1
    • voorjaar [het ~] zelfstandig naamwoord
      • in het voorjaar worden de bomen groen1

Verwante woorden van "lente":

  • lentes

Alternatieve synoniemen voor "lente":


Verwante definities voor "lente":

  1. seizoen waarin planten weer gaan groeien1
    • in de lente gaan de vogels broeden1