Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor lelijkheid in het Nederlands

lelijkheid:

lelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de lelijkheid
    de ondeugendheid; de lelijkheid; de stoutheid

Verwante woorden van "lelijkheid":


lelijk:

lelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. lelijk
    lelijk; lelijk uitziend
  2. lelijk
    lelijk; afstotend; onaantrekkelijk
  3. lelijk
    lelijk; verfoeilijk; onooglijk
  4. lelijk
    weerzinwekkend; afstotend voor zintuigen; lelijk; afschuwelijk
  5. lelijk
    afstotelijk voor zintuigen; lelijk
  6. lelijk
    – gemeen 1
    lelijk
    – gemeen 1
    • lelijk bijvoeglijk naamwoord
      • lelijke leugenaar!1
  7. lelijk
    – ongunstig of slecht 1
    lelijk
    – ongunstig of slecht 1
    • lelijk bijvoeglijk naamwoord
      • het is lelijk weer vandaag1
  8. lelijk
    – vervelend of naar om te zien of te horen 1
    lelijk
    – vervelend of naar om te zien of te horen 1
    • lelijk bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind dat een lelijk gebouw1

Verwante woorden van "lelijk":

  • lelijkheid, lelijker, lelijkere, lelijkst, lelijkste, lelijke

Antoniemen van "lelijk":


Verwante definities voor "lelijk":

  1. gemeen1
    • lelijke leugenaar!1
  2. ongunstig of slecht1
    • het is lelijk weer vandaag1
  3. vervelend of naar om te zien of te horen1
    • ik vind dat een lelijk gebouw1